MUDRA

voor ensemble
(fluit, hobo, klarinet, mandoline, gitaar, harp, piano, viool, altviool, cello, contrabas en percussie)



MUDRA is het zevende en laatste deel van de TANTRIC CYCLE , een compositiereeks geïnspireerd door oosterse filosofie. Het werd geschreven in 2009-2010 in opdracht van het Nieuw Ensemble enMuziekgebouw aan 't IJ in Amsterdam.
Het werk is geïnspireerd op de handposities (mudra's), in het oosten bekend als onderdeel van het Boeddhisme en het Hindoeïsme.

11 Mudra's (uitdrukkingen van bescherming, verlichting, devotie,...) worden niet programmatisch (met extra-muzikale betekenis), maar suggestief (als inspiratiebron) behandeld. In het Tantrisme drukt een mudra de vorm uit van een devata (een godheid), een kwaliteit of een staat van bewustzijn.
De verhoudingen tussen microkosmos en macrokosmos worden muzikaal geschetst: in de kleinste muzikale geste zit al het materiaal gecondenseerd dat zich verder ontwikkelt in de grote tijdspanne van de muzikale vorm.

Typerend in MUDRA is het gebruik van de getempereerde stemming (verdeling van het octaaf in 12 gelijke halve tonen) aangevuld met microtonaliteit (met melodische intervallen kleiner dan een halve toon) en het verwerken van heterofonie (gelijktijdig varianten spelen op eenzelfde melodie) bij de blazers. Het werk bezit een ritueel karakter met een duidelijk uitgebalanceerde muzikale vorm.

De compositie bestaat uit 17 delen en 3 interludes. Elk onderdeel heeft een eigen klankwereld, tempo en tijdsorganisatie. Als melodisch en harmonisch materiaal werd gebruik gemaakt van de tantric mode (een zelf geconstueerde microtonale toonladder), die de basis vormt van de volledige Tantric Cycle.

In MUDRA versmelten de klank (mantra), de vorm (yantra) en de beweging (mudra). 

MUDRA gaat enerzijds over energie en anderzijds over een staat van bewustzijn. Twee muzikale onderdelen (Lotus en Om) staan centraal in de compositie. Lotusbevindt zich op de gulden snede van het werk, waarin het melodisch karakter primeert, tijd en metrum worden hier vrij behandeld.
Om (referend naar de Boeddhistische klank) - als de conclusie van de compositie en ook van de ganse cyclus - lost op in ruis bij de strijkers, terwijl de blazers achteraan het podium een etnisch getinte melodie vertolken.

In de opstelling van het ensemble wordt een onderscheid gemaakt tussen tokkelinstrumenten (in het midden), strijkinstrumenten en houtblazers (aan de buitenkanten) en resonerende instrumenten; piano, harp en percussie (achteraan). Hier was de Shri Yantra (geometrische figuur die in het oosten de leidraad vormt voor meditatie en ontwikkeling van het bewustzijn) de inspiratiebron.

Indeling van de compositie:
Devotion
Offering (I, II)
Teaching
Discussion (I, II, III)
Knowledge (I, II)
     Interlude 1
Lotus
     Interlude 2
Meditation
Enlightenment (I, II)
Protection (I, II)
Healing
     Interlude 3
Om




RECORDINGS

SCORE

notebutikken.no

Download PDF (sample)







INSTRUMENTATION / EXTRA INFORMATION

for instrumental ensemble
(flute, oboe, clarinet, mandolin, guitar, harp, piano, violin, viola, violoncello, contrabass and percussion)
(+/- 27')
Commissioned by the Nieuw Ensemble and Muziekgebouw aan 't IJ, Amsterdam
first performance: May 13th 2010, Muziekgebouw aan't IJ in Amsterdam
by the Nieuw Ensemble
with Ed Spanjaard as conductor






RETROSPECTRE